ÖSSUR Blog verhalen

Met dank aan Ted Gijzel

'Geen zorgen om mijn oude dag


​Bert Pot denkt regelmatig na over de toekomst, maar maakt zich niet druk over oud worden. Enerzijds omdat dat niet in zijn aard zit, en aan de andere kant zijn er genoeg zaken waar Bert zich op verheugt. Zoals de geboorte van zijn eerste kleinkind!

"Eind mei 2020 worden mijn vrouw en ik voor het eerst opa en oma, iets waar we erg naar uitkijken. Ook in praktische zin gaat er ongetwijfeld een wereld voor me open. Denk aan nieuwe handelingen als luiers verwisselen, aankleden, kleine knoopjes openen en sluiten… Een heel ander leerproces, dat in het begin best lastig zou kunnen zijn."

Opa met prothese

"Mooi gegeven is dat de kleine straks opgroeit met een opa met een prothese. Hij of zij zal niet beter weten, terwijl mijn eigen kinderen natuurlijk deels zijn opgegroeid met een vader zónder, en deels met een vader mét prothese. Misschien dat de kleine zich op een dag afvraagt waarom opa een andere arm heeft. Een mooi onderwerp om het tegen die tijd samen over te hebben. Kortom: ik kijk erg uit naar het moment dat ik opa word."

Groot dilemma

"Het gekke met ouder worden is dat het eigenlijk één groot levensdilemma is. Als je jong bent, hoop je oud te worden en kun je vaak niet wachten. Terwijl je als je eenmaal ouder bent, vaak wenst dat de tijd zo langzaam mogelijk gaat. Wat zeker is, is dat ouderdom altijd met gebreken komt. Dat zal voor mij niet anders zijn."

Technologische ontwikkelingen

"Tegelijkertijd blijft de technologische vooruitgang doorgaan. Rond 2006 kwam de eerste i-limb prothese op de markt, destijds een revolutionaire ontwikkeling . Wie weet wat er over nog eens tien, vijftien jaar allemaal mogelijk is. Momenteel houd ik me bezig met de ontwikkelingen rondom geïmplanteerde elektrodes, waardoor je je prothese met je eigen hersenactiviteit aanstuurt. Ik ben ervan overtuigd dat dat de toekomst is. Natuurlijk zijn er in de laboratoria meer ontwikkelingen dan er uiteindelijk commercieel beschikbaar zullen komen, maar dat de mogelijkheden steeds geavanceerder worden, is slechts een kwestie van tijd. Ook daar kijk ik erg naar uit."

Vitale buurvrouw

"Iedereen die ouder wordt, wordt fysiek minder. Maar ik denk niet dat je als prothesegebruiker per se meer hulp nodig hebt dan een ander. Onze buurvrouw is inmiddels 85 en woont nog steeds thuis. Ze wil zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen, omdat ze vreest dat de achteruitgang in een verzorgingshuis sneller zal gaan. Ze is nog heel fit en vitaal voor haar leeftijd. Daar haal ik zelf ook best veel kracht uit."

Genieten met volle teugen

"Zorgen om mijn oude dag? Nee hoor. Het komt zoals het komt. En de problemen die in de loop der jaren ontstaan, lossen we tegen die tijd wel weer op. Vandaag de dag ben ik gezond en doe ik de dingen die ik leuk vind. Dat geeft me meer dan genoeg energie om met volle teugen van het leven te genieten."

Motorrijden, klussen en zelfstandig zijn



"22 november 2006, die dag vergeet ik nooit meer. Op die dag ben ik mijn linkerhand kwijt geraakt tijdens het werken. Mijn hand is tussen twee walsen geplet toen ik deze wilde schoonmaken. Hoe het precies gebeurd is en wat er precies gebeurd is, weet ik niet meer. Ik wist wel meteen dat het serieus mis was!
Na de amputatie werd mij in het UMCG keurig gevraagd wat ik allemaal deed en wat ik graag weer wil doen. Motorrijden stond bij mij op nummer 1! Daaraast wilde ik weer kunnen klussen en wilde ik dolgraag zelfstandig zijn. Een paar maanden later kreeg ik mijn eerste prothese, maar dit viel erg tegen! De prothese kon alleen maar open of dicht. Als dit het hulpmiddel moest zijn voor de rest van mijn leven, dan wilde ik liever geen prothese! Ik ben toen zelf op zoek gegaannaar informatie over andere prothesen en vond op internet informatie over de i-limb.

Het bedrijf waar ik toen werkte heeft vanaf het eerste moment heel veel voor mij gedaan. Na de amputatie heb ik nog vier jaar geprobeerd aan het werk te blijven, maar hoewel iedereen me zo goed mogelijk heeft ondersteund en begeleid in het revalidatieproces, had dit helaas niet het gewenste resultaat. Op mijn verjaardag in 2011 heb ik afscheid genomen van het bedrijf waar ik met heel veel plezier heb gewerkt. Gelukkig heb ik nog steeds contact met diverse collega's die mij door dik en dun hebben gesteund. Dat is zo belangrijk en fijn!
 
Veel veranderd

Of er veel veranderd is na mijn amputatie? Jazeker! Niet alleen voor mij maar ook voor mijn gezin. Vroeger was heel normaal dat ik alles om het huis deed en zware taken op mij nam, maar een deel van deze taken kan ik niet meer of gaan moeilijker. De dingen die ik nog wel kan, of wéér kan, hebben heel veel geduld, tijd, energie en soms aanpassingen gekost. Telkens weer moet je nadenken over de dingen die je doet. Ik was linkshandig maar verloor mijn linkerhand. Hoe schrijf ik rechts? Hoe droog ik me nu af? Hoe kleed ik me aan? Hoe moet ik mijn veters strikken? En hoe maak ik nu mijn ontbijt? Simpele dingen waar ik voorheen nooit over nadacht werden nu ineens moeilijk!
 
Geeft nooit op!

Door de jaren heen wordt het allemaal steeds gemakkelijker, maar in het begin leverde het veel frustratie op. Het moeilijkste voor mij was het accepteren dat ik nu beperkt ben in de dingen die ik kan. Maar dat is wel het eerste en belangrijkste wat je moet doen: het accepteren! Daarom is mijn motto ook "dit is niet het einde, het is een nieuw begin". Tegen anderen zeg ik altijd: Geef nooit op! Probeer het eerst en zeg dan pas of je het wel of niet kan of wilt. Ik heb zelf veel uitgezocht op internet en ik raad ook aan om met 'lotgenoten' te praten; je bent niet de enige met een beperking! Praat erover en luister naar of lees de ervaringen van anderen, dat kan je helpen!"

‘Je kunt mij écht niet afschrijven’


Bert  over vooroordelen tegenover prothesegebruikers


Iedere prothesegebruiker krijgt te maken met vooroordelen. Vaak zijn ze goedbedoeld, maar dat betekent niet dat ze niet storend zijn. Vooral als je niet in beperkingen denkt, maar in mogelijkheden, zoals Bert.

“Iets niet kunnen? Dat staat niet in mijn woordenboek”, aldus Bert. “Neem iets kleins als boodschappen doen. Natuurlijk gaat het bij mij anders dan bij anderen. Minder snel. Maar boodschappen pakken, vasthouden, mijn tassen inpakken… het lukt allemaal. Ik krijg in de supermarkt regelmatig hulp aangeboden, maar meestal sla ik dat af. Het is vast goedbedoeld, maar ik houd er niet van als mensen ervan uitgaan dat ik iets niet kan. Verontwaardigd ben ik allang niet meer, na tien jaar weet ik wel beter. En soms is een beetje hulp zelfs inderdaad hartstikke handig.”

Autorijden: geen probleem

Ook in het verkeer willen weggebruikers nog wel eens verbaasd opkijken als ze Bert tegenkomen. De meeste mensen in zijn omgeving kennen zijn aangepaste motor al wel (waarbij bijvoorbeeld de koppeling rechts zit, net als de benodigde schakelaars), maar niet iedereen weet dat Bert gewoon in een reguliere auto rijdt. “Daar reageren medeweggebruikers wel eens verbaasd op. Ze veronderstellen bijvoorbeeld dat ik een automaat heb. Terwijl ik prima met rechts kan schakelen en het stuur controleer met links, met mijn prothesehand. Dat mensen soms verrast zijn, vind ik niet zo erg. Waarschijnlijk zou ik zelf ook ze reageren als ik iets zie dat niet alledaags is.”

Houtbewerking als passie

Ook zijn passies beoefent Bert nog altijd met volle overtuiging. Zoals houtbewerking. Bert: “Ik maak van alles. Logoborden, houtsculpturen, kunstwerken, noem maar op. Als anderen mijn werk zien, zijn ze meestal verbaasd. Soms zeggen ze: ‘Wat jij met één hand doet, zou ik nog niet eens met twee handen kunnen’. Voor mij is het feit dat ik een prothese heb, een uitdaging om door te zetten. En áls het lukt, geeft me dat extra veel voldoening. Natuurlijk, ik ben eigenwijs, dat geef ik meteen toe. Ik wil laten zien dat je mij, ook al heb ik nog maar één gezonde hand, écht niet kunt afschrijven.”

‘Uiterlijk prothese vind ik totaal niet belangrijk’


De ideale prothese, bestaat die eigenlijk? En zo ja, waar moet de ideale prothese aan voldoen? We verklappen het alvast: een eenduidig antwoord op die vraag is er niet. Natuurlijk niet: de ideale prothese is voor iedereen anders. We vroegen Bert wat hij wel en totaal niet belangrijk vindt.

Belangrijk: Functie, functie en nog eens functie

Een top-drie van eigenschappen die er toe doen, is voor Bert gemakkelijk. Al was het een top-honderd: functionaliteit is en blijft het enige dat telt. "Mijn prothese betekent voor mij: bewegingsvrijheid, onafhankelijkheid, vrijheid… Het is het belangrijkste hulpmiddel in mijn dagelijks leven. Ik heb altijd gezegd: eigenlijk zou een prothesehand hetzelfde moeten kunnen als een echte hand. Zover zijn we nog niet, aan de andere kant: de ontwikkelingen gaan hard. Dus wie weet waar we over een paar jaar staan…"

Niet belangrijk: uiterlijk

"Het uiterlijk van mijn prothese vind ik totaal niet belangrijk. Cosmetische handschoen? Contourhandschoen? Roboglove? Ik heb misschien wel een voorkeur, maar het gaat mij in de eerste plaats om de functionaliteit. Sommige prothesegebruikers kiezen voor cosmetische afwerking omdat ze hun prothese liever verbergen, maar dat is voor mij geen issue. Ik verberg hem júist niet: mijn prothese hoort bij mij."

Niet belangrijk: geluid

"Laatst ontmoette ik een man, wiens beenprothese bij beweging duidelijk mechanische geluiden maken. Bij mij is dat veel minder, al hoor je mijn hand ook bewegen, zeker als ik een stille ruimte ben. Maar storend vind ik het niet, het is een geluid dat past bij de vele bewegingen die mijn vingers kunnen maken. Sterker nog: anderen valt het misschien op, maar zelf hoor ik het eigenlijk allang niet meer."

Niet belangrijk: kosten

"Ik heb bij de aanschaf van mijn prothese veel in het werk moeten stellen om mijn zorgverzekeraar te overtuigen dat deze hand voor mij de beste oplossing zou zijn. Een zorgverzekeraar kijkt toch vaak naar de kosten. Ik heb de mogelijkheden, vrijheid en kansen die de prothese mij zou opleveren, uitgelicht richting de zorgverzekeraar. Het is belangrijk dat niet de kosten, maar juist de voordelen in het dagelijks leven de overhand hebben in de beslissing."

Bert is onlangs gevraagd om mee te werken aan een experimenteel onderzoek in de ontwikkeling van (hand)protheses. Het gaat om een nieuwe osseointegratie, waarbij de prothese met een stalen pen aan het bot wordt bevestigd. Via een operatie, waarbij twee botten met elektrodes in de onderarm worden geïmplementeerd, zou de gebruiker zijn prothese via de eigen hersenen kunnen aansturen. In het voorjaar van 2020 hakt Bert de knoop door. "Dit is een van de lastigste beslissingen in lange tijd. Wat als er tijdens de eventuele operatie complicaties optreden? Of ik minder blijk te kunnen dan voorheen? Aan de andere kant… Dit kan zomaar een stap naar de toekomst zijn!"


‘Ik kan niet wachten op de toekomst’


Bert Pot over zijn ultieme toekomstdroom

Iedereen droomt. Het leuke daaraan: alles is mogelijk! Bert Pot hoopt dat zijn ultieme droom binnen afzienbare tijd werkelijkheid wordt. Hij zou namelijk heel graag een prothese krijgen die hem het gevoel in zijn vingers teruggeeft.

“In mijn optiek hebben de ontwikkelingen op het gebied van handprotheses zo’n veertig jaar vrijwel stilgestaan, maar de laatste tien jaar zijn ze echt in een stroomversnelling terechtgekomen. Kun je nagaan wat de komende tien jaar misschien wel gaan brengen!”

Aansturing via hersenen

“Ik volg al het nieuws over handprotheses. Ontwikkelingen, innovaties, onderzoeken, enzovoorts. Ik heb een fijne prothese, maar ik weet ook dat er op dit moment al weer nóg geavanceerdere modellen worden getest. Zo verwacht ik dat erbinnen een aantal jaren protheses zijn die je met je eigen hersenen aanstuurt. Ik kijk erg uit naar het moment waarop die op de markt komen.”

Gevoel in vingers

“Die protheses zouden me het gevoel in mijn vingers en handen teruggeven. Dat zou een enorm verschil betekenen. Nu vóél ik niet hoe stevig ik mijn koffiekopje vasthoud of hoe krachtig ik de sleutel omdraai, ik moet het zíén. Ik zou dat heel graag weer automatisch doen, zonder er bij na te denken. Vergelijk het met iemand die niet kan zien: die visualiseert zich een beeld via zijn handen. Daar heb je precies het gevoel voor nodig dat ik mis.”

Vrouw en kinderen knuffelen

“Mijn gevoel terugkrijgen zou me praktische voordelen opleveren, maar ook emotioneel zou het enorm veel voor me betekenen. Wat zou ik graag weer écht mijn vrouw en kinderen willen knuffelen! De aanraking ervaren, de haartjes op hun armen voelen, de warmte van hun huid…”

Piano spelen

“Ik denk dat er over tien jaar protheses zijn die je volledig via je hersenen aanstuurt. Sterker nog, ze zijn er al, maar nog in de testfase. Wie weet zijn ze wel eerder verkrijgbaar dan pas over tien jaar. Stel je voor, kun je ineens weer piano spelen met twee gezonde handen. Ik speel zelf trouwens niet, maar ik zou zó bereid zijn om het te leren!”

Middelvinger

“Als ik voorlichting geef op scholen, krijg ik bijna altijd de vraag of ik mijn middelvinger kan opsteken. Welnu, dat kan, maar ik moet de beweging wel eerst via de app installeren als ‘custom grip’. Met de prothese van de toekomst gaat dat allemaal veranderen. Handgebaren tijdens een gesprek, middelvinger opsteken, het peace-teken maken, noem maar op: het kan allemaal.”

Bijdrage aan toekomst

“In juli ga ik naar de universiteit van Londen, waar ik op persoonlijke titel meewerk aan een onderzoek. Via een MRI-scan bekijken ze wat de hersenen doen met de aansturing van een prothese. Ik kijk er erg naar uit, hopelijk kan ik een bijdrage leveren aan de toekomst. Voor mezelf, maar zeker ook voor al die anderen die er gebaat mee zijn. Ik kan niet wachten!”

Ik heb altijd genoeg hobby’s gehad’


Bert Pot over zijn werkzame leven voor en na het ongeval

Ruim twintig jaar werkte Bert Pot met veel plezier in een papierfabriek. Tot die ene dag, waarop een bedrijfsongeval hem zijn linkerhand kostte… Bert probeerde nog terug te keren in het arbeidsproces, maar moest uiteindelijk toch afscheid nemen van zijn geliefde werk. 

In 1985 werd Bert aangenomen als productiemedewerker bij een bedrijf dat massief karton maakte voor agenda’s, ordners, displays, groentedozen, enzovoorts. “Ik had er al gewerkt als uitzendkracht”, vertelt Bert. “De sfeer, de collega’s, de vrijheid van ploegendiensten en natuurlijk het werk op zich bevielen me allemaal heel goed. In de jaren dat ik er werkte, heb ik me gaandeweg steeds verder ontwikkeld. Ik ben als het ware met het bedrijf meegegroeid.”

Beruchte paar seconden

Op de dag van het ongeluk, in 2006, was Bert bezig in de plakkerij. “Daar wordt karton beplakt met papier. Dat kan gekleurd papier zijn, maar ook wit. In dat laatste geval is het belangrijk dat de walsen helemaal schoon zijn, om markeringen en strepen te voorkomen. Normaal gesproken maak je de walsrollen van onderaf schoon, maar twee weken ervoor was er een remwals losgeschoten. Met dat voorval in mijn achterhoofd besloot ik het van de bovenkant te doen. Wat er toen precies gebeurd is, weet ik niet meer. Ik herinner me alleen nog dat ik met mijn hand bekneld zat en dat collega’s te hulp schoten. De beruchte paar seconden van het ongeval zijn nooit meer teruggekomen.”

Weer aan de slag

Ondanks het ongeval, waardoor zijn volledige linkerhand geamputeerd moest worden, was voor Bert één ding duidelijk: hij wilde weer aan de slag. “Werken was voor mij altijd méér dan de bezigheid op zich. Het contact met collega’s, de sfeer, het voelde als een soort therapie. Ook was ik misschien wel wat eigenwijs en wilde ik me bewijzen: tegenover mezelf, maar ook tegenover de collega’s die bij het ongeval aanwezig waren. Ik wilde laten zien dat ik weer gewoon zou kunnen functioneren.”

Arbeidsongeschikt

“Het bedrijf heeft altijd super meegedacht”, vervolgt Bert. “Natuurlijk zou het lastig worden, er waren genoeg collega’s die na het ongeval zeiden: ‘Die zien we niet meer terug’. Maar de directie en ik hebben altijd naar oplossingen gezocht, eigenlijk heeft het bedrijf veel meer gedaan dan waartoe het verplicht was. Ik kreeg alle tijd en ruimte om een passende functie te vinden.” Toch bleef de situatie verre van optimaal. Ook een andere werkplek, het technische magazijn, bleek niet de perfecte oplossing. “Ik kon niet aan de dagdiensten wennen en miste voldoende rustmomenten, die ik hard nodig had. Ik heb toen zelf aangegeven dat het niet verder kon. Na vier jaar ben ik uiteindelijk arbeidsongeschikt verklaard.”

Nieuwe bezigheden

Een lastige periode volgde. Bert had moeite met het wennen aan het leven thuis. “Het was een hard gelag. Ik miste mijn werk en kreeg thuis te maken met dingen waar ik me nooit eerder mee had bemoeid. Daardoor werd het niet alleen voor mij, maar ook voor mijn gezin moeilijk. Gelukkig heb ik altijd genoeg hobby’s gehad, ook nu vond ik al snel nieuwe bezigheden in mijn leven.” Vandaag de dag geeft Bert voorlichting op scholen, zet hij zich in voor het steunpunt van het UMCG (ziekenhuis), werkt hij mee aan onderzoeken en is hij demogebruiker voor Össur. “Ook klus ik veel, net zoals vroeger. Ik kan alles, alleen duurt het langer. Onze woning schilderen bijvoorbeeld, zou ik vroeger in een weekje gedaan hebben. Nu kost het me vier, vijf weken. Maar de overtuiging waarmee ik klus, is niet veranderd.”

Motorrijden met beperking

Ook zet Bert zich met hart en ziel in voor de Stichting Mobiliteit voor Gehandicapten (SMvG). Als voorlichter, fondsenwerver, websitebeheerder, social mediaspecialist en vooral fervent motorrijder zet hij zich in voor motorrijders met een beperking. “We werken onder andere samen met een instrumentmaker en een rijschool, die met aangepaste lesmotoren werkt. Ze zijn aan te passen aan ongeveer tachtig beperkingen. Met het CBR hebben we afspraken over het beoordelen van de rijvaardigheid. Mijn werk voor de stichting is een heel mooie, dankbare taak.”

Druk leven

“Al met al heb ik heel veel te doen in mijn leven”, besluit Bert. “Mijn vrouw zegt wel eens: ‘Werkte je nog maar, dan was je vaker thuis dan nu.’ Daar heeft ze gelijk in. En toch… Ik vind het nog altijd moeilijk om ’s ochtends niet op te hoeven staan om naar mijn werk te gaan. Gelukkig heb ik er destijds alles aan gedaan, samen met mijn werkgever. Daardoor heb ik er nu vrede mee. Gemakkelijk was het niet, maar ik heb de juiste beslissing genomen door te stoppen met werken. En bovendien: door alle nieuwe bezigheden in mijn leven kom ik eigenlijk tijd tekort!”

'Alledaagse dingen die ineens anders zijn 


"In principe is na het ongeval alles in mijn leven veranderd", stelt Bert. "Want ik was linkshandig en moest dus leren om alles met rechts te doen. Dat viel in eerste instantie niet mee, het vergt veel tijd en doorzettingsvermogen. Maar uiteindelijk sta je ervan versteld waartoe je in staat bent!"

Schrijven

"Heb je wel eens geprobeerd om met je niet-dominante hand te schrijven? Veel mensen zullen zeggen: 'Kan ik niet', maar ik moest wel. Het is verbazingwekkend hoe je na veel oefening leert om met je andere hand te schrijven. Mijn nieuwe handschrift lijkt zelfs weer op mijn oude. Wel heb ik mijn handtekening moeten aanpassen op veel officiële documenten, maar inmiddels lijkt ook die weer akelig veel op mijn 'linkshandige' handtekening."

Klussen

"Ik ben van oorsprong timmerman, klussen is een van mijn grote passies. Dat was zo en dat is nog steeds zo. Rechtshandig een spijker in de muur slaan? Geen probleem. Een schroef ergens indraaien? Ik boor een klein gaatje voor, plaats de schroef en draai hem er met één hand in. Bij precisiewerk zoals figuurzagen gebruik ik meestal geen prothese, omdat je veel nauwkeurige zaken vanuit je pols doet. Dat gevoel heb ik niet in mijn prothesehand. Laatst heb ik op eigen kracht een overkapping in de tuin gebouwd. Daar ben ik echt trots op. Ik hoefde mezelf niets te bewijzen, maar het is tóch een heel mooi gevoel, ik heb het toch maar mooi gedaan. Het geeft me een enorme kick."

Bouwpakketten bouwen

"Modelbouw vond ik altijd heel leuk: ik maakte graag radiografisch bestuurbare modelboten van hout. Dat gaat niet meer, de fijne motoriek die je daarvoor nodig hebt, ontbreekt. Het is met twee handen vaak al gepriegel, laat staan met één… Vroeger kon ik uren bezig zijn met een schaalmodel, maar dat zit er helaas niet meer in."

Kleding aantrekken

"Sinds ik een prothese heb, kies ik mijn kleding heel bewust uit. Zo kijk ik altijd of een broek of jas een ritssluiting heeft, knopen zijn voor mij niet handig. Overhemden draag ik nog steeds, maar vaak knoop ik die eerst zo ver mogelijk dicht voordat ik ze aantrek. En dan nóg is het behelpen. En heb je wel eens je sokken aangetrokken met één hand? Veters strikken doe ik sinds het ongeval niet meer, ik vind het verspilde energie. Waarom zou je het jezelf moeilijk maken als je ook instappers kunt kopen, of schoenen met een ritssluiting?"

Eten

"Als mijn vrouw werkt, maak ik vaak het eten klaar. Daarbij gebruik ik afwisselend wel en geen prothese. Een komkommer snijden gaat bijvoorbeeld gemakkelijker zonder prothese. Ook zijn er handige hulpmiddelen voor in de keuken, zoals een houten snijplank met spijkers: je prikt de aardappelen erop en schilt ze met één hand. Ook veranderd is het gebruik van bestek. Ik sneed altijd met links, maar heb me aangeleerd om het met rechts te doen. In mijn prothesehand houd ik mijn vork vast. En waar het gemakkelijk kan, maak ik het niet moeilijker dan nodig is. Een broodje opensnijden? Alleen als ik er een eitje op doe, of rauwkost. Maar een plakje kaas of vlees leg ik er gewoon bovenop. De smaakbeleving is exact hetzelfde!"

‘Wanner je prothese een voordeel is’


Veel prothesegebruikers zien hun prothese niet als een beperking. Dat wil niet zeggen dat het geen hinder kan opleveren, zoals tijdens het reizen of in restaurants. Aan de andere kant: soms levert een prothese juist een voordeel op. Bert vertelt.

"Of ik in mijn sociale leven rekening houd met mijn prothese? Ik draai het liever om, ik houd er juist zoveel mogelijk géén rekening mee. Mijn visie is dat je je door je prothese niet zou moeten laten weerhouden. Juist door dingen te ondernemen, word je inventief en ontdek je at er wel bij je past en wat niet. 'Doe eerst en oordeel later' werkt prima voor mij."

Pretpark

"Ik heb in mijn leven veel pretparken gezien, zeker in de tijd toen onze kinderen nog jong waren. Toch hoef je niet klein te zijn om te genieten. Neem Euro Disney, een van mijn favoriete pretparken vanwege de sfeer, de entourage. In pretparken maak ik soms handig gebruik van mijn prothese, door de voorrangsregelingen voor mensen met een beperking. In het begin deed ik het niet, totdat iemand zei: 'Maar Bert, je hébt toch een beperking?' Het scheelt vaak veel wachttijd. We hebben het plan om over een tijdje weer met onze kinderen en kleinkinderen naar een pretpark te gaan. Wie weet maak ik wel van de gelegenheid gebruik om ze te plagen. Vraag ik: 'Goh, nog steeds in de rij?', terwijl ik al voor de derde keer een attractie uitkom…"

Vliegen

"Als ik met het vliegtuig reis, check ik online in zodra dat mogelijk is. Dat geeft mij de kans om mijn eigen zitplaats te reserveren. Ik zit het liefst links van het gangpad, aan het raam. Dan kan ik mijn arm laten rusten en ontstaan er geen onhandige situaties. Zou ik met mijn linkerhand aan het gangpad zitten en er moet bijvoorbeeld een karretje van de catering langs, dan moet ik mijn arm bewust 'binnenboord' halen. Door aan het raam te zitten, voorkom je dat."

Uit eten

"In restaurants kies ik als het kan altijd een plek aan de linkerkant van de tafel. Dat is voor mij het prettigst, maar ook voor degene naast me. Ik heb mijn prothesearm dan namelijk vrij om te doen wat ik wil. Zit er links van mij iemand, dan zit je al gauw met je armen tegen elkaar, zeker als je je realiseert dat ik meer bewegingsruimte nodig heb om mijn elleboog te buigen. Nog een voordeel van links zitten: ik kan mijn arm altijd rustig neerleggen zonder dat ik er iemand mee in de weg zit."

Je hebt slechte dagen nodig om sterker voor de dag te komen


Motivatie is een onmisbaar element in ieder revalidatieproces. Maar dat wil niet zeggen dat iedere dag een succes móét zijn. Bert Pot stelt zelfs dat je slechte dagen nodig hebt om sterker voor de dag te komen.

"Kort na het ongeval was mijn motivatie ver te zoeken. Logisch: mijn wereld was net ingestort. Ik had geen idee hoe het verder moest, of ik kon blijven werken, hoe mijn revalidatie eruit ging zien, kortom: mijn hele toekomst was een vraagteken. In die eerste dagen was het te vroeg voor een 'We gaan ervoor'-mentaliteit. Toch kwam dat gevoel al snel. Na ongeveer een week besloot ik dat ik er iets van wilde maken. Het had allemaal veel slechter af kunnen lopen en ik had inmiddels meer zicht op mijn revalidatieproces. Toen heb ik de knop omgezet. Wat gebeurd was, kon ik niet veranderen; het was zaak om in de toekomst op een andere manier van het leven te gaan genieten."

Motorrijden als drijfveer

Belangrijk in Berts motivatie was het vooruitzicht dat hij zou kunnen blijven motorrijden. "Dat was dé drijfveer tijdens mijn revalidatie. De wetenschap dat ik dat kon blijven doen, maakte mijn leven al geslaagd. Ook de steun van mensen om me heen heeft me enorm geholpen. Het is heel fijn als je gezin, vrienden en familieleden zeggen dat het je gaat lukken. En toch… uiteindelijk moet je het zélf doen, je staat er toch alleen voor. Gelukkig zit het niet in mijn karakter om op te geven of bij de pakken neer te zitten."

"Lees de ervaringen van anderen, of ga met ze in gesprek. Ieder verhaal is anders, maar tegelijk zul je zien dat er zó veel overeenkomsten zijn!"

Soortgelijke ervaringen

Motivatie begint bij jezelf, stelt Bert. Wat zijn je verwachtingen? Je doelen? Wat verwacht je van je leven? Accepteer je hulp? Ben je bereid het beste uit jezelf te halen? Daarnaast kan contact met mensen die iets soortgelijks hebben meegemaakt, een prima motivatie zijn. Bert: "Lees de ervaringen van anderen, of ga met ze in gesprek. Ieder verhaal is anders, maar tegelijk zul je zien dat er zó veel overeenkomsten zijn! Je hebt aan een half woord genoeg, je ervaart hoe anderen met hun situatie zijn omgegaan en je ziet tot wat voor dingen zij inmiddels weer in staat zijn. Daar heb ik enorm veel kracht uit geput."

"Een baaldag wordt altijd gevolgd door een betere dag"

Zwarte dagen

Er is voor Bert nóg iets heel belangrijk bij het ontwikkelen van veerkracht: acceptatie. "Zwarte dagen horen erbij. Je hebt ze zelfs nodig om weer sterker voor de dag te komen. Mijn advies: laat zo'n dag de dag. In het begin had ik de neiging om tóch door te zetten, tegen beter weten in. Het gevolg was dat er nog meer fout ging. Nu accepteer ik mijn slechte dagen en doe ik gewoon helemaal niets, behalve beseffen dat het hoort bij het leven met een beperking. En vergeet nooit: een baaldag wordt altijd gevolgd door een betere dag."

Leven heeft kleur

"Ik heb het geluk gehad van een goede, voorspoedige revalidatie", vervolgt Bert. "Dat is niet voor iedereen weggelegd. Ik kan me goed inbeelden dat anderen soms écht niet de kracht hebben om uit hun neerwaartse spiraal te komen. In zo'n geval is het enige doel: accepteer het. Morgen is er weer een dag. En hoe veel tegenslag je ook kunt ervaren; er zijn altijd méér dingen die je leven kleur geven."

Solliciteren met een prothese, hoe doe je dat?



​Als Bert Pot zou solliciteren op een baan, zou hij vanaf het begin open en eerlijk over zijn prothese vertellen. Zodat beide partijen meteen weten waar ze aan toe zijn. En voor prothesegebruikers die een date hebben, heeft Bert een klinkklaar advies.

Bert werkt al bijna tien jaar niet meer. Tot vier jaar na zijn ongeval deed hij zijn uiterste best om aan de slag te blijven, ook omdat hij koste wat het kost wilde bewijzen dat hij het kon. Maar uiteindelijk was stoppen met werken de beslissing die het beste was voor zijn gemoedsrust én voor zijn lichaam.

Meteen duidelijk

Zou Bert alsnog solliciteren, dan zou hij het feit dat hij een prothese draagt, meteen ter sprake brengen. "Dan is dat maar meteen duidelijk. Ik kán het ook niet verbergen, omdat het in mijn geval mijn arm betreft. Maar ook als ik een beenprothese zou hebben, zou ik het direct zegen. Zo weet een werkgever waar hij rekening mee moet houden. Denk aan zaken als inzetbaarheid, belastbaarheid, een aangepaste werkplek of een eventuele kans op uitval."

Geen beperking

Dat wil overigens niet zeggen dat een prothese een beperking hoeft te zijn, stelt Bert. "Het draait in beginsel om je opleiding en kwaliteiten. Ook zijn veel bedrijven via de participatiewet verplicht om mensen in dienst te nemen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Bovendien: vaak kun je helemaal niet minder dan een ander, hooguit in een ander tempo."

Op naar de volgende

Een afwijzing na een sollicitatie kan frustrerend zijn, zeker als je vermoedt dat je prothese een rol speelt. "Een reden te meer om je prothese al in je sollicitatiebrief te vermelden. Als je daardoor afgewezen wordt, zou dat uiteindelijk tóch wel gebeurd zijn. Door het meteen te melden, bespaar je jezelf een latere teleurstelling. Maar draai het eens om: wie weet waardeert een werkgever je openheid juist wel. Word je inderdaad afgewezen, dan is dat vervelend, zoals dat met iedere afwijzing het geval is. Vaak zul je niet hard kunnen maken dat je prothese er iets mee te maken heeft. Mijn advies: op naar de volgende sollicitatie."

Ga voor je dromen

Bert kan zich prima voorstellen dat anderen hun prothese liever wél even voor zich houden. "Natuurlijk, net zoals de één zijn prothese openlijk toont en de ander hem liever bedekt. Ik merk nog vaak genoeg dat mensen tijdens een eerste ontmoeting eerst naar mijn hand kijken in plaats van mijn ogen. Maar laat het je nooit weerhouden om voor je dromen te gaan, blijf er altijd voor de volle honderd procent voor gaan."

Iedereen is gelijk

Hetzelfde advies zou Bert geven aan prothesegebruikers die een date hebben. "Laat je prothese gewoon zien, uiteindelijk komt hij toch wel ter sprake. Je ontdekt meteen of degene tegenover je begrip voor je heeft en bereid is je te steunen. Word je afgewezen vanwege je prothese? Dan is dat eerder een beperking van de ánder dan van jou. Hij of zij is voor jou niet de ware. Ontstaat er wel een mooie relatie, dan is het belangrijk dat je de aandacht voor je prothese niet de overhand laat nemen. Om die reden heb ik ook zoveel respect voor mijn vrouw en kinderen. Natuurlijk houden ze rekening met me, maar binnen ons gezin is iedereen is gelijkwaardig."

Ik kan alles, maar net even anders


Geen dag is hetzelfde voor Bert Pot. Bovendien zijn er iedere dag honderden momenten waarop hij gebruik maakt van zijn prothese. Teveel om op te noemen dus… Maar we doen toch een poging. We volgden Bert een dag en geven je een indruk!

08.00

Hoewel ik sinds het ongeval niet meer werk, hecht ik aan een vast ritme. Ik sta iedere dag op tussen acht uur en kwart over acht. Radio aan; daarna spring ik onder de douche. Zonder prothese, die ligt nog beneden aan de oplader.

08.17

Beneden trek ik mijn prothese aan. Daarna is het tijd om brood te smeren en koffie te zetten. Daar denk ik allang niet meer bij na, ik gebruik mijn prothesehand en mijn andere hand als vanzelfsprekend.

09.00

Ik neem een groot deel van het huishouden voor mijn rekening, aangezien mijn vrouw werkt. Afwassen, kattenbak schoonmaken, stofzuigen, was opvouwen, ramen zemen, tuinieren… Het duurt misschien langer dan bij een ander, maar ik neem gewoon de tijd en het lukt altijd.

10.07

Tijd voor koffie! Negen van de tien keer pak ik mijn kopje met rechts, met mijn gezonde hand dus. Ook al zou ik het best met mijn prothesehand kunnen; met rechts heb ik tóch meer gevoel en controle.

11.18

Ik werk graag en veel aan mijn eigen website, 1-handed.nl. Typen doe ik met twee handen, dat gaat automatisch.

12.00

Op maandag, woensdag en vrijdag sport ik in de sportschool. Daar heb ik een speciale prothese voor, zodat ik goed met de apparaten en attributen kan werken. Zeker nu ik me voorbereid op de Cybathlon is een goede conditie belangrijk. Sterker nog, sporten is een soort positieve verslaving: ik krijg er een goed humeur van!

13.35

Tijd voor de lunch. Snijden, smeren, een eitje bakken, drinken inschenken, ik doe het allemaal met beide handen. Ik denk er niet eens meer bij na. Al moet ik zeggen dat ik sinds mijn ongeval broodjes vaak niet meer opensnijd. Het is hetzelfde als met veters strikken: waarom zou ik het me moeilijk maken als het ook gemakkelijk kan? Een plak kaas óp een broodje smaakt hetzelfde als tussen de twee helften in…

14.15

's Middags is het tijd voor ontspanning. Voor houtbewerking bijvoorbeeld, een fietstochtje of een ritje op de motor, die aangepast is aan mijn beperking. Hangt er een beetje vanaf of mijn vrouw thuis is. Ook werk ik veel mee aan voorlichting en onderzoek over protheses.

16.15

Meestal bereid ik het avondeten voor. Ingrediënten snijden doe ik afwisselend met links en rechts. Stevige dingen pak ik in mijn prothesehand, maar zachtere producten, zoals een stukje vlees, houd ik vast met rechts en snijd ik met links. Wél even extra opletten voor mijn vijf overgebleven gezonde vingers natuurlijk…

18.33

Tafel afruimen, afwassen, afdrogen: mijn vrouw en ik doen het samen. Zoiets als afdrogen is geen probleem. Ik houd het servies of bestek ik mijn prothesehand en droog af met rechts.

19.00

Na het eten en de afwas drinken we vaak koffie in de keuken. Daarna werk ik nog wat, bijvoorbeeld aan het onderhoud van mijn website. Zijn de dagen langer? Dan gaan we er graag op uit voor een fietstochtje of ik duik de schuur in om hout te bewerken.

23.07

Meestal gaan we tussen elf en twaalf naar bed, maar mijn prothese heb ik soms al eerder aan de oplader liggen. Tanden poetsen doe ik elektrisch, dus dan maakt links of rechts niet veel uit. En dan: slapen, op naar een nieuwe dag!

Zien hoe vaak Bert zijn prothese écht gebruikt? Bekijk dan deze korte video

‘Delen van ervaringen kan heel waardevol zijn’


Bert Pot over contact met andere prothesegebruikers

Bert Pot zat na zijn ongeval met veel vragen. Wie kon ze beantwoorden? Helaas vond Bert online weinig tot geen verhalen van andere prothesegebruikers, waarop hij besloot om zélf een website te starten. 

“Na het ongeval had ik zoveel vraagtekens… Ik had nog maar één hand: hoe zou mijn leven er uit gaan zien? Wat zou ik nog wel kunnen en wat niet? En hoe zijn anderen met soortgelijke vragen omgegaan? Natuurlijk ben ik op internet gaan zoeken, maar daar vond ik niet de antwoorden die ik zocht. Tegelijk kon ik me niet voorstellen dat anderen níet met vragen zaten. Op dat moment ontstond het idee voor een eigen website.”

Vriendschappen

“Die website is er gekomen. Op 1-handed.com deel ik sinds 2008 mijn ervaringen en verhalen. Nog steeds krijg ik bijna wekelijks mail van mensen. Vaak geven ze aan dat ze veel hebben aan mijn ervaringen, dat ze er in hun eigen leven voordeel uit kunnen halen. Soms gaat het zelfs nog verder: sommige contacten die via de website zijn ontstaan, zijn uitgegroeid tot echte vriendschappen.”

Vanzelfsprekend

“Het delen van je ervaringen kan heel waardevol zijn, vaak ontdek je bijvoorbeeld een visie of inzicht waar je zelf nog niet zo snel aan had gedacht. Ook is het contact met andere prothesegebruikers heel vanzelfsprekend: je hoeft elkaar niets uit te leggen, je weet exact waar je het over hebt.”

Ideeën en tips

“Soms gaat het om het uitwisselen van adressen, zoals van specialisten, of het delen van tips. Hulpmiddelen voor in huis of de tuin, sporten met een prothese, kleding, noem maar op. En soms is het delen van je verhaal al genoeg. Je weet dan: ik ben niet de enige. Zeker in het begin kun je te maken hebben met veel onzekerheid. De wetenschap dat er meer zijn zoals jij, kan dan een steun zijn.”

Bijzondere gesprekken

“Vorig jaar belde een vrouw, die vroeg of ik in gesprek wilde gaan met haar echtgenoot. Hij had door een ongeval zijn hand verloren. Daarnaast wilde ze graag dat ook mijn eigen echtgenote en zij zelf erbij zouden zijn. Meestal doet mijn vrouw dat niet, maar dit keer maakte ze een uitzondering. De gesprekken die ontstonden, waren heel bijzonder.”

Waardevol moment

“De mannen spraken vooral over de amputatie, de vrouwen over hoe zij de situatie ervaren. Op de terugweg in de auto hebben mijn vrouw en ik een heel goed gesprek gehad over de tijd dat ik in het ziekenhuis lag. Hoe had zij dat eigenlijk beleefd? Ik denk daar aan terug als een heel mooi en waardevol moment.”

Sterker worden
“Natuurlijk, ook ik ga niet iedere dag fluitend door het leven. Maar ik geloof er vast in dat je tegenslagen nodig hebt om sterker te worden. En als je je verhaal, je frustratie of uitdaging kunt delen met anderen, lucht dat op en geeft het je de energie om de volgende dag weer verder te gaan. Wat mij betreft kan ik met mijn website niet genoeg mensen bereiken.”

‘Je gebruikt je handen duizenden keren per dag’


Bert Pot over mobiliteit in de praktijk

Op een dag monteerde Bert Pot een cameraatje op zijn prothesehand. Hij wilde wel eens zien hoe vaak hij die eigenlijk gebruikte. Het resultaat was verbluffend.

“Je gebruikt je handen het duizenden keren per dag. Denk alleen al aan het ritueel rondom opstaan: uit bed komen, douchen, aankleden, ontbijt maken… Met een prothese moet je ineens nadenken over handelingen die vroeger heel vanzelfsprekend waren. Je kunt wel stellen dat mijn prothese de grootste verandering in mijn leven is geweest.”

‘Ik kan het zelf’

“Toch kan ik met mijn prothese bijna alles doen. Ja, soms in een ander tempo, zoals boodschappen doen. In de supermarkt vragen mensen vaak of ze me kunnen helpen, maar daar wil ik meestal niets van weten. Ze vragen het met de beste bedoelingen, het is mijn eigenwaarde die het me niet toestaat. Ik kan het zelf!”

Links of rechts?

“Ik heb veel moeten veranderen in mijn leven. Ik was linkshandig, maar verloor mijn linkerhand. Er zat niets anders op dan dingen met rechts aan te leren. Iets simpels als knippen met een schaar, maar ook werken in mijn werkplaats. Vroeger raakte ik met rechts nog geen spijker, maar nu timmer ik bijna even goed als vroeger met links.”

Tijd is uitdaging

“Tijd is voor veel prothesegebruikers de grootste uitdaging. Vaak kost het je jaren aan energie en doorzettingsvermogen om iets te bereiken. Maar vergeet niet: het is niet niets om al die handelingen helemaal opnieuw te leren! Als ik voorlichting geef op scholen, vraag ik de leerlingen vaak om met hun ander hand te schrijven. Dat gaat natuurlijk heel stuntelig, maar aan de andere kant: het gáát wel! Als je wilt, ben je tot heel veel in staat.”

Technieken en trucs

“Sommige dingen zullen altijd lastiger blijven dan andere. Zo heb ik nog altijd moeite met zogenaamde co-contracties, ofwel twee spieren tegelijk aanspannen. Denk aan met je vingers knippen, bijvoorbeeld op de maat van de muziek. Totdat iemand me een tip gaf: span één spier stevig aan en de andere een beetje, dan denkt je prothese automatisch dat het een co-contractie is. Geregeld! Zo ontdek je voortdurend nieuwe technieken en trucs.”

Lekker verwennen

“En soms… Ben ik ook maar een mens en laat ik me lekker verwennen. Als de ober in een restaurant zo attent is om aan te bieden mijn pizza voor te snijden, zet ik mijn eergevoel wel eens opzij. Ik kan het prima, maar waarom zou ik soms niet dankbaar gebruik maken van zo’n aanbod? Doe ik het de volgende dag wel weer zelf.”

Sinds mijn prothese is er veel veranderd


Toen Bert Pot in het ziekenhuis lag, schoten zijn gedachten van links naar rechts. Wat zou hij met één hand nog kunnen? En wat niet meer? Hoe zou zijn leven eruit gaan zien ná het ongeval? Inmiddels zijn de vraagtekens vervangen door uitroeptekens. Bert doet veel dingen misschien anders dan vroeger, maar niet minder. Een top-vijf.

"Ik verloor als linkshandige mijn linkerhand… Ik was heel bang dat ik veel dingen niet meer zou kunnen. Gelukkig leerde ik in mijn revalidatieproces, tijdens de ergotherapie, al hoe ik dingen met één hand kon doen. Nu doe ik veel met rechts met evenveel gemak als vroeger met links. Ook gebruik ik vaak mijn prothese, maar soms juist liever níet. In ieder geval probeer ik altijd om de omstandigheden aan te passen aan mijn situatie – en niet andersom."

Alledaagse handelingen

"Heb je wel eens geprobeerd om met één hand je brood te smeren? Je veters te strikken? Je broek aan te trekken? Je smartphone te bedienen? Ik ben er meteen mee begonnen. In het ziekenhuis al, door de verpleegsters duidelijk te maken dat ik zélf de kuipjes boter en de plastic belegverpakkingen wilde openen. Dat zou ik uiteindelijk namelijk ook moeten. Ik ben gewoon met rechts gaan oefenen en ik moet zeggen: het is verbazingwekkend hoe snel je hersenen zich aanpassen."
'Juist door tegenslag ontdek je hoe sterk je bent'

Koffie drinken

"Er zijn in het begin heel wat kopjes koffie over de tafel gegaan… Het voelt heel onwennig om je kopje van de ene op de andere dag met je andere hand te pakken. De coördinatie is anders, de beweging is anders… In het begin ging het tamelijk klungelig. Nu pak ik mijn koffie negen van de tien keer met rechts. Met links kan ook, maar met mijn prothesehand is de soepele polsbeweging om te drinken lastig. Ook mis ik het gevoel, bijvoorbeeld de knijpkracht waarmee ik het kopje oppak."

 Autorijden

"Ik heb vrij snel na mijn revalidatie met één hand een rijtest afgelegd en dat ging verrassend goed! Achter het stuur verandert er ook niet zo veel. Ja, lampen aanzetten, de richtingaanwijzer bedienen en andere handelingen die je met links doet, daar moest ik even mijn weg in vinden. Dat gaat nu allang uitstekend, al moet ik goed op blijven letten, doordat er geen gevoel in mijn prothese zit. Ik rijd trouwens nog steeds in een schakelauto. Daar ben ik zo aan gewend, het is echt een automatisme geworden."

Houtbewerking

"Op dit gebied is er best veel veranderd. Ik houd mijn hamer nu bijvoorbeeld standaard in mijn rechterhand. Ook hier verbaast je eigen lichaam je, ik sla bijna net zo nauwkeurig als vroeger met links. Verder werk ik ook heel graag zónder prothese. In plaats daarvan gebruik ik mijn stomp. Om dingen te fixeren gebruik ik lijmtangen, zodat ik met mijn rechterhand kan werken. Goed, misschien gaat het langzamer dan voorheen en blijft nauwkeurigheid altijd een uitdaging – ik ben creatief en eigenwijs genoeg om zelfstandig te werken. En uiteindelijk slaag ik altijd."

Motorrijden

"Al op het moment dat ik nog met mijn hand vastzat in de machine, dacht ik: 'motorrijden is einde verhaal'. Uiteindelijk is mijn vrouw op onderzoek uitgegaan en inmiddels zit ik al vele jaren veilig met één arm op de motor. Met mijn prothese houd ik het stuur vast, de bediening zit rechts. Ik merk allang het verschil niet meer. Motorrijden was voor mij dé drijfveer in mijn revalidatie, het geeft me zo veel vrijheid en levenskwaliteit! Het gevoel dat ik op de motor heb, is misschien nog wel intenser dan vroeger, juist omdat ik zo bang was dat ik het zou moeten missen."

Conclusie

Met een prothese worden veel dingen moeilijker, intensiever of kosten ze meer energie. Bert is de laatste om dat te ontkennen. Maar, zo stelt hij: je kunt er nog steeds plezier uithalen. "Sterker nog, voor mij is mijn prothese een goede vriend die me mijn vrijheid teruggeeft. Het leven is te mooi om bij de pakken neer te zitten. Natuurlijk, alles begint bij acceptatie. Maar als je daartoe in staat bent, ontdek je juist door de tegenslag die je hebt meegemaakt, hoe sterk je eigenlijk bent."

Zo ga je om met tegenslag



Pikzwarte dagen, waarop alles uitzichtloos lijkt en je alleen maar kan somberen? Die kent Bert Pot niet. Moeilijke momenten daarentegen, maakt hij uiteraard wel mee. En toch… Bert zou Bert niet zijn als hij er ook dan het beste van probeert te maken.

"Ik besloot al op dag één na het ongeval dat ik er iets van ging maken. Zo zit ik nou eenmaal in elkaar: ik kijk naar wat er wél kan, niet maar wat er niet meer kan. Mensen in mijn omgeving voorspelden dat ik, ondanks mijn optimisme, op een dag alsnog 'de klap' zou krijgen. Die dag is nooit gekomen, gelukkig. Wat natuurlijk niet wil zeggen dat ik geen teleurstellingen ken…"
 
Bert geeft drie inzichten, die hem helpen om dag in, dag uit strijdbaar door het leven te gaan.
 
Relativeer

Toen Bert in het ziekenhuis lag, deelde hij een zaal met verschillende andere patiënten. Van de meesten was de reden van hun verblijf een vraagteken – totdat hij met ze in gesprek ging. 
"Dat heeft me geleerd om te relativeren. Ja, toen al, daags na het ongeval. Sommigen waren bijvoorbeeld levensbedreigend ziek. Hoe erg ik er ook aan toe was: dat zette mijn situatie in een heel ander perspectief. Een man die tegenover me lag, kon niet geloven dat ik zo positief was, net nadat ik mijn hand was verloren. Maar voor mij was het duidelijk: het had véél erger kunnen aflopen. Ik wilde koste wat het kost bewijzen dat het leven voor mij niet ophield. Voor mijn gezin, mijn collega's en in de eerste plaats natuurlijk voor mezelf."
 
Doe

Bert is de laatste om het te ontkennen: met één hand kun je minder dan met twee. Maar Bert zal ook nooit zonder reden bij de pakken neer gaan zitten. Zijn tweede advies: blijf actief!
"Ik doe het liefst alles zelf. Dat deed ik voor het ongeval al, en dat ben ik blijven doen. Natuurlijk heeft die karaktereigenschap me vaak genekt. En er zijn heel, héél vaak objecten door de lucht gevlogen… Maar ik ben eigenwijs genoeg om het de volgende keer weer te proberen. Helemaal als mensen zeggen: 'Bert, zou je dat nou wel doen?' Ja, ik kom mezelf vaak tegen, alles duurt langer dan vroeger en ik heb voor veel handelingen een eigen manier moeten ontdekken. Maar áls het dan lukt, is de voldoening enorm: een ware boost van levensvreugde en nieuwe energie."
 
Neem afstand 

Soms is zelfs een nimmer aflatende drive niet genoeg. Het lot kan simpelweg bikkelhard en ongenadig zijn. Zoals die keer toen Bert veel tijd had gestoken in een houten kunstwerk, dat op het allerlaatste moment op de grond viel en brak.
"Op zo'n moment ben je écht gefrustreerd… Ik heb toen alles uit mijn handen laten vallen, mijn schoenen aangetrokken en ben een eind gaan wandelen. Wandelen helpt me om mijn hoofd leeg te maken en uiteindelijk te accepteren wat er gebeurt. Het is heel moeilijk om je neer te leggen bij de beperkingen die het leven met een prothese zich meebrengt. Maar door te wandelen, loop ik de frustratie weg en bouw ik langzaam maar zeker nieuwe energie op. Energie, die me in staat stelt om er de volgende dag weer met frisse moed tegenaan te gaan. Soms moet je twee stappen terug doen om er één vooruit te kunnen zetten. En als het dan wél lukt… Die momenten zijn ongeëvenaard."

‘Bucketlist? Ik geniet iedere dag’



Bert  over zijn bucketlist

Het woord ‘bucketlist’ is voor Bert  niet echt relevant. Hij droomt namelijk niet van wat hij wellicht ooit nog zou willen doen; hij dóet ze al. Daarnaast zit geluk voor Bert vooral in de kleine dingen. 

“Ik vind bucketlist eigenlijk een merkwaardig begrip”, aldus Bert. “Je stelt een lijst op van dingen die je wilt gaan doen, maar dan? Dóe je ze ook echt? En wanneer? De meeste vrije tijd heb je na je pensioen, maar wie zegt dat ik dat in goede gezondheid haal? Ik wacht daar niet op. In plaats daarvan probeer ik geluk te vinden in alles wat ik doe, groot en klein. Zeker na het ongeval probeer ik mijn leven op die manier te leven: je kunt van alle dingen genieten.”

Als Bert toch een bucketlist zou moeten samenstellen, zou dit zijn top-3 zijn:

Gezonde hand

“Die wens zal nooit uitkomen, maar in plaats daarvan staat een prothesehand die ik met mijn hersenen kan aansturen heel hoog op mijn wensenlijst. Waarmee ik écht dingen voel, zoals warmte of de kracht waarmee ik een kopje koffie vasthoud. Ik volg de ontwikkelingen op dat gebied op de voet, ik ben er zeer in geïnteresseerd. Wie weet waar de wetenschap over tien jaar toe in staat is.”

Cybathlon 2020

“In 2020 ga ik weer meedoen met de Cybathlon in Zwitserland. De Cybathlon is een soort Olympische Spelen voor mensen met een beperking, maar dan gericht op alledaagse activiteiten. Ik heb in 2016 ook meegedaan, mijn eerste keer. Daar had ik destijds veel meer uit kunnen halen. Natuurlijk, meedoen is zeker belangrijker dan winnen, maar ik ben eigenwijs genoeg om áls ik meedoe, voor goud te gaan. Dit keer weet ik beter wat ik kan verwachten. Daardoor ga ik er ook zeker meer van genieten. De Cybathlon is een geweldig evenement waar ik erg naar uitkijk.”

Reizen

“Iedere bucketlist zou te kort zijn voor de reizen die ik nog wel wil maken… Niet alleen op de motor hoor: ik zou bijvoorbeeld heel graag eens Amerika met de auto verkennen. Amerika is voor mij een land waar je eens in je leven geweest moet zijn. Maar ook de Noordkaap, in het uiterste puntje van Scandinavië, zou ik heel graag eens bezoeken. En ja, ik heb op de motor al verreweg de meeste Europese bergpassen gereden, maar als ik dat nog eens zou kunnen doen? Dat zou bepaald geen straf zijn. En zo kan ik nog wel even doorgaan…”

‘Als je wilt, kun je bijna alles’


Bert over mogelijkheden met een prothese

Bert is een tikkeltje eigenwijs. Gelukkig geeft hij dat zelf toe. Een voorbeeld: op de vraag om drie dingen te noemen, die hij sinds zijn ongeval niet meer kan, geeft hij geen antwoord. Tenminste: geen top-drie. “Want ik kan gewoon nog bijna alles. De vraag is eerder: hoe pak ik het aan?”

“Ik zou geen drie dingen op kunnen noemen die ik niet meer kan nu ik een prothese heb. Ok, het écht zware werk, dat gaat niet meer. Zo had ik vroeger de droom om ooit nog eens zelf een huis te bouwen. Dat zal niet meer lukken en dat is heel jammer. Maar voor de rest? Ik kan alles. Soms in een ander tempo, soms met aanpassingen of met hulp, maar niets is onmogelijk. Laatste heb ik bijvoorbeeld nog onze riolering gerepareerd. Zou ik vroeger twee uurtjes voor nodig gehad hebben en nu een hele dag; maar het is wél gedaan.”

Hier kunnen we niet tegenop. We draaien de vraag om: wat kun je nog wél? Bert noemt drie activiteiten in zijn leven waar hij direct na het ongeval voor vreesde, maar die hij vandaag de dag nog altijd doet. 

Motorrijden

“Mijn eerste vraag in het ziekenhuis was: kan ik nog motorrijden? Die vraag bleef maar door mijn hoofd spoken en eerlijk gezegd had ik niet verwacht dat het ooit nog zou lukken. Hoe moest ik mijn stuur vasthouden? De koppeling inknijpen? Mijn vrouw Alida is zich er in gaan verdiepen. Inmiddels rijd ik al jaren op een motor met aanpassingen: de koppeling zit rechts, net als alle schakelaars voor verlichting, knipperlicht, claxon enzovoorts. Ik heb een speciale motorprothese om het stuur vast te houden en eerlijk gezegd: ik rijd meer dan ooit tevoren en ik geniet er nog intenser van, juist doordat ik weet dat het ook zomaar heel anders had kunnen aflopen.”

Fietsen

“Voor het ongeluk was ik een fanatieke triatleet en fietste ik dus veel. Ik houd ervan om de grenzen op te zoeken en helemaal kapot te gaan, heerlijk! Bovendien is fietsen gezond én goed voor je gemoedstoestand. Ik heb mijn fiets zelf aangepast, op een soortgelijke manier als mijn motor: links zit niets, rechts zitten de voor- en achterrem en kan ik schakelen. Mijn mountainbike gebruik ik niet meer zoveel als vroeger, ik stap veel meer op mijn gewone fiets. Waar ik ook heenga: ik neem altijd mijn camera mee, want fotograferen is ook een grote hobby van me. Zo combineer ik twee hobby’s in een.”

Timmeren

“Ik ben van huis uit timmerman, dus timmeren en klussen deed ik al heel veel. En nog steeds, trouwens. Tijdens het timmeren gebruik ik geen prothese. In plaats daarvan werk ik veel met tangen, lijmtangen en knijpers, bijvoorbeeld om dingen vast te zetten. Ik maak veel van hout. Geen grote verbouwingen, maar eerder kunstwerkjes, het liefst van afvalhout. Als ik hout bewerk, kom ik helemaal tot rust. Heerlijk!”

Benieuwd naar de houten kunstwerken van Bert ? Bekijk ze hier

‘Sporten zorgt voor een adrenalinekick’


Bert  over het belang van sporten

Sporten zorgt voor een heerlijke adrenalinekick. Tenminste, dat is de ervaring van Bert. Twee keer per week is hij te vinden in de sportschool en daarnaast is hij een fanatiek fietser. Naast de kick ziet hij sporten vooral als middel om fit en gezond te blijven.

“Ik vind het van groot belang dat ik sport”, vertelt Bert. “In eerste instantie is het gewoon gezond. Als ik naar de sportschool ga, train ik niet alleen met mijn gezonde arm, maar juist ook met mijn prothesearm. Sport ik niet, dan boet ik in aan kracht en conditie, ik merk dat ik dan achteruit ga. Dat is mijn voornaamste doel: zorgen dat ik spierkracht behoud. Daar heb ik in het dagelijks leven absoluut profijt van.”

Beide armen

In de sportschool traint Bert vooral zijn armen, schouders en nek. Daarvoor maakt hij gebruik van een voorziening die hij samen met zijn instrumentmaker ontwikkelde: een soort klem, die hij aan zijn amputatie arm bevestigt. “Daarmee kan ik met vrijwel alle sportapparatuur werken. En doordat de voorziening aan mijn arm zit en niet aan de apparatuur, ben ik niet gebonden aan speciaal voor mij aangepaste apparatuur. Het is nog een prototype, mijn instrumentmaker en ik blijven hem ontwikkelen.”

Energie en levenslust

Sport zorgt voor Bert voor energie en levenslust. “Klopt”, knikt hij. “Ik voel me beter als ik sport. Door de adrenaline, maar ook door de energie die het me oplevert. Daarnaast kan ik, door mijn conditie op peil te houden, mijn ultieme passie blijven beleven: motorrijden. Conditie, kracht, op de motor is dat hartstikke belangrijk. Daarnaast is sporten hartstikke goed voor mijn gemoedstoestand. Ik word er optimistisch van, voel me er prettig bij.”

Eerst ontdekken

Voor prothesegebruikers die een drempel ervaren om te gaan sporten, heeft Bert een duidelijk advies. “Zeg nooit op voorhand al dat je iets niet kunt. Je weet pas waar je beperkingen liggen als je het probeert. Dus: ontdek eerst, oordeel later. En wees bereid om je aan te passen. Natuurlijk moet je als sporter met een prothese concessies doen, zal niet alles meteen lukken en moet je soms zoeken naar alternatieven. Sommigen zien dat als beperkend, maar je kunt ook zeggen: ‘Ik sport ánders’. Als je bereid zijn om dat te accepteren, weet ik het zeker: dan komt het plezier vanzelf.”

Bert over de (on)zichtbaarheid van zijn prothese


Iedere prothesegebruiker zal het herkennen: in het openbare leven voel je je soms net een bekende Nederlander. Of beter gezegd: een bekeken Nederlander. Hoe ga je daar mee om? Verberg je je prothese of juist niet? Bert vertelt zijn verhaal.
 
Wat doe je ? Je prothese tonen of liever verbergen?

"Ik verberg mijn prothese bewust niet, met name vanwege het feit dat ik me niet wens aan te passen. Ik zie om me heen veel mensen die er wél voor kiezen, en dat is hun goed recht, maar ik vind dat ik mezelf dan tekort zou doen. Als ik vroeger in de zomer een T-shirtje met korte mouwen droeg, zou ik dan nu ineens lange mouwen moeten dragen? Alleen maar omdat ik een armprothese heb? Ik dacht het niet. Mijn prothese hoort bij mij." 
  
Hoe reageren mensen op straat op je prothese?

"Veel mensen kijken eerst naar mijn hand, daarna pas naar mij. Dat vond ik misschien wel de moeilijkste aanpassing na de amputatie. Ik ben namelijk nog steeds dezelfde persoon! Bovendien kijken die mensen waarschijnlijk niet naar mensen met een bril, gehoorapparaat of beugel, terwijl dat net zo goed protheses zijn… Aan de andere kant: het is mens-eigen om te kijken en ik ben niet bang voor de confrontatie." 
 
Wat is een van de meest bijzondere reacties op je prothese?

"Ik geef veel voorlichting op scholen, werken met kinderen is heel leuk. Je krijgt vaak heel directe vragen als 'Waar is je hand?' of 'Ben je een robot?'. Mijn belangrijkste les is kinderen te laten zien hoe je kunt omgaan met tegenslag in het leven. Dat lukt altijd. In een uurtje in de klas verander je van zielig naar hartstikke stoer."

 
Hebben jullie ook wel eens nare ervaringen?

"Op een dag vroeg een kind op straat aan zijn vader: 'Papa, wat heeft die meneer?' Van wat de vader antwoordde komt het stoom soms nóg uit mijn oren: 'Die meneer is onvoorzichtig geweest'. Ik heb maar niets gezegd en ben doorgelopen. Zo'n reactie zegt meer over hem dan over mij."
 
Vertel je graag over je prothese of alleen als het nodig is?

"Ik vertel er graag over. Mijn verhaal is mijn verhaal: ik leg het serieus uit, maar probeer er ook humor in te verweven. Ik hoop dat mensen zich naderhand herinneren dat iemand met een prothese niet zielig is. Anders, maar daardoor niet minder mooi of bijzonder."
 
'Werken met kinderen is heel leuk. In een uurtje in de klas verander je van zielig naar hartstikke stoer'
 
Tot slot: hoe trots ben je op je lichaam?

"Ik ben even trots als vóór het ongeluk, maar wel op een andere manier. Ik zou er alles voor over hebben om de tijd terug te draaien, zodat ik mijn vrouw en kinderen weer met twee echte handen kan omhelzen. Maar dat gaat nu eenmaal niet. Tegelijk ben ik heel trots op wat ik met mijn prothese heb bereikt. Mijn prothese is een volwaardig onderdeel van mijn leven geworden."

‘Als het vandaag niet lukt, lukt het morgen wel’


Bert over pieken en dalen 

Bert is een optimist. Zo bleef het diepe dal uit, dat velen voorspelden toen hij door een ongeluk zijn hand verloor. De gave om van iedere tegenslag een succes te maken is misschien wel zijn grootste kracht. Alhoewel, gave – volgens Bert kan iedereen het.

“Het zit niet in mijn karakter om depressief te zijn of in een diep dal terecht te komen. Natuurlijk, ook ik heb veel moeilijke momenten gekend, zeker kort na het ongeval. Maar aan de andere kant: wat gebeurd is, is gebeurd. Ik wil verder. Ik kan de tijd niet terugdraaien, mijn situatie is zoals hij is. En daar maak ik het beste van.”

Leuke dingen doen

“Veel mensen verbaasden zich over het uitblijven van de grote terugval in mijn revalidatie. Zelf was ik minder verrast. De realiteit is soms confronterend, ik heb maar één gezonde hand. Mijn grootste remedie om daar mee om te gaan is eigenlijk heel simpel: ik doe vooral veel leuke dingen. En de zaken die frustrerend of vervelend zijn, probeer ik om te draaien.”

Positieve energie

“Ik haal bijvoorbeeld veel positieve energie uit mijn rol als demonstratiepatiënt voor prothesefabrikanten. Verder heb ik meegedaan aan de Cybathlon, kan ik uitstekend auto- en motorrijden en schrijf ik veel blogartikelen over mijzelf als prothesegebruiker. Daar geniet ik enorm van. Ik heb afgeleerd om energie te steken in dingen die ik niet kan, in plaats daarvan zoek ik heel gericht naar activiteiten die me gelukkig maken.”

Frustratie

“Natuurlijk, ook bij mij vliegt er wel eens wat door de kamer, uit pure frustratie. Laatst nog: we hadden een lekkage in de riolering en ik was zo eigenwijs om het zelf te willen repareren, ik accepteerde geen hulp. Toen ik iets niet goed los kreeg, heb ik de hamer wel even een vlucht laten maken. Maar opgeven? Ik dacht het niet. Uiteindelijk krijg ik het voor elkaar. Met of zonder frustratie, en als het vandaag niet is, dan wel morgen. Maar één ding staat vast: het zál me lukken.”

Nuttige emotie

“Achteraf kan ik alleen maar glimlachen om de situaties waarin iets niet meteen lukt. Ik zie frustratie zelfs als een heel nuttige emotie: zonder frustratie zou er ook geen voldoening zijn. Wat voor iemand met twee gezonde handen heel normaal is, kan voor mij een uitdaging zijn. Maar aan het einde van de rit is de vreugde van een succes ook des te groter. Het maakt de meest kleine, alledaagse dingen bijzonder.”

Zelfstandigheid

“Natuurlijk, een leven met een prothese was niet mijn eigen keus. En soms is het moeilijk om te ervaren dat wat ik vroeger gemakkelijk kon, nu veel moeite kost. Maar als je in staat bent je prothese te accepteren, kun je leren hem niet te zien als handicap of beperking, maar als instrument dat je onafhankelijkheid, zelfstandigheid en zelfredzaamheid oplevert.”

Bert Pot over positieve gebeurtenissen in het leven met een prothese


‘Emoties delen is heel mooi en waardevol’

De wereld van Bert Pot stortte in, toen hij door een bedrijfsongeval zijn linkerhand verloor. Maar niet voor lang. ‘Dit is niet het einde, maar een nieuw begin’, prentte hij zichzelf in. Intussen is zijn leven onmiskenbaar verrijkt. Bert beschrijft drie belangrijke (positieve) veranderingen. 

“Ik kan gemakkelijk de hele dag spreken over wat mijn prothese me gebracht heeft. Dat is namelijk heel veel. Het belangrijkste is de overwinning op mezelf: ik heb me kunnen aanpassen en leef een prachtig leven.”

Emoties tonen

“Vroeger praatte ik niet altijd even gemakkelijk. Na het ongeval ben ik meer mijn gevoelens gaan delen met anderen. Immers: leven met een beperking heeft niet alleen betrekking op jou! Aan de ene kant wilde ik mijn ei kwijt, maar anderen hebben ook recht op je gevoel. En andersom. Ik heb het ongeluk, de ziekenhuisopname, de revalidatie, allemaal op mijn manier beleefd, maar het had ook impact op mijn gezin, vrienden en familie. En iedereen verwerkt het op zijn eigen manier. Nog steeds staan we ieder jaar even stil bij het ongeval. Praten met anderen, of dat nou familie is of andere prothesegebruikers, geeft mij veel kracht en bevestiging. Emoties delen is heel mooi en waardevol.”

Relaxter leven

“Sinds het ongeval maak ik me veel minder druk. Ik kon me vroeger echt opwinden, bijvoorbeeld om problemen op mijn werk of als ik bij het timmeren een foutje maakte. Ik geef toe dat ik nog steeds wel eens gefrustreerd kan zijn als iets niet gaat zoals ik het wil, maar ik ga er anders mee om. Lukt het vandaag niet, dan is er morgen weer een dag. En als het morgen niet lukt, dan volgende week of helemaal niet. Ik realiseer me maar al te goed dat ik geluk heb gehad dat ik er überhaupt nog bén. Want wat zou er gebeurd zijn als mijn collega’s niet zo snel de machines hadden uitgeschakeld? Niemand kan het zeggen, maar die wetenschap heeft mijn levensinstelling zeker veranderd. Gezondheid is het enige dat écht telt.”

Ontwikkelingen bijhouden

“Ik volg de ontwikkelingen op het gebied van protheses op de voet. Ik bestudeer onderzoeken, kijk televisieprogramma’s en lees publicaties, kortom: ik zit er bovenop. Wat zou het mooi zijn als er ooit een prothese komt die je met je eigen hersenen aanstuurt, een hand met écht gevoel. Goed, dat duurt misschien nog een tijd, maar ik beleef al veel plezier door ermee bezig te zijn. Ook ben ik momenteel mijn eigen website aan het vernieuwen, onder andere met een apart onderdeel over ontwikkelingen. Heel erg leuk om te doen!”

‘Alles wat je doet, moet je visualiseren’


Bert  over (on)gemakken met een handprothese

Veel prothesegebruikers verbazen vriend en vijand met waartoe ze in staat zijn. Toch brengt het leven met een prothese iedere dag ook ongemakken met zich mee. Bert vertelt.

“De functionaliteit van handprothesen is de laatste jaren steeds beter geworden, maar het haalt het bij lange na niet bij een echte hand. Met name de reactietijd van de prothese vind ik een beperking, maar ook het missen van het Fingerspitzengefühl. Wat je vroeger blindelings kon, kun je met een prothese niet meer. Alles wat je doet, moet je visualiseren. Daar raak je aan gewend, maar als vanzelf gaat het nooit.”

Bert beschrijft vijf alledaagse situaties, die sinds zijn amputatie voorgoed zijn veranderd.

1. Koffie drinken

“Iets eenvoudigs als koffie drinken is met een prothese lastig, zeker in het begin. Met een echte hand voel je dat je beker rond is, dat de koffie heet is en met welke kracht je je kopje vasthoudt. Met een prothese valt dat allemaal weg. Dat bedoel ik met visualiseren: je moet echt zíén dat je je kopje goed vast hebt, ander kun je je lelijk vergissen. Ik ben er intussen geoefend in, maar het blijft oppassen.”

2. Schoenen vastmaken

“Veters strikken met een prothese doe ik niet. Waarom zou je uit alle macht veters willen leren strikken, terwijl er een alternatief is? Sinds ik een hand mis, koop ik schoenen met ritssluitingen. Iedereen bepaalt zelf waar hij zijn energie in steekt, er is geen goed of fout en ook veters strikken met een prothese is prima te leren. Maar ik steek mijn energie veel liever in andere dingen. ”

3. Sleutelen

“Een van mijn grootste passies is houtbewerking. Meestal doe ik dat zonder prothese, want de polsbeweging die je vaak maakt als je met gereedschap werkt, kun je met een prothese niet nabootsen. Hetzelfde geldt voor de finesse van de vingertoppen van een gezonde hand. Toch bereik ik ook wat ik wil. Soms in meer tijd en met wat meer vloeken, maar het lukt me altijd.”

4. Dienblad dragen

“Dat kan lastig zijn, vooral doordat je dat meestal met twee handen doet. Het zit hem in de balans: met je echte hand voel je het evenwicht precies, maar met een prothese mis je dat gevoel. Het vraagt om veel oefening, maar ook dit is prima onder de knie te krijgen.”

5. Geliefde vasthouden

“Dat mis ik misschien nog wel het meeste: mijn vrouw of kinderen met twee gezonden handen vasthouden. Natuurlijk kan dat ook met één hand en een prothese. Maar zeker als het om emotionele handelingen gaat, is het toch wel echt fijn om twee gezonde handen te hebben. Eén hand is gewoon niet genoeg.”

Bert staat ronduit positief in het leven en grijpt kansen waar hij kan. Toch is het begrip frustratie ook hem niet vreemd. “Als dingen niet lukken, kan dat echt vervelend zijn. En confronterend, je wordt keer op keer met je neus op de feiten gedrukt: Ja, ik heb een beperking.”

“Gelukkig blijft de techniek zich ontwikkelen. Er zijn al succesvolle tests met prothesehanden die signaaltjes naar de hersenen sturen, zodat je weer zaken als vorm en temperatuur ervaart. Helemaal hetzelfde als een echte hand zal een prothese nooit worden, maar als je ziet wat er in tien jaar tijd allemaal al is veranderd… Wie weet wat er over nog eens tien jaar mogelijk is!”

‘Mijn instrumentenmaker heeft mijn leven veranderd’


Bert over zijn relatie met de instrumentenmaker

Als zijn instrumentenmaker niet volledig in hem geloofde, had het leven van Bert  er nu heel anders uitgezien. Ook zijn eigen vastberadenheid en de ontelbare vragen die hij stelde, dragen bij aan zijn verhaal.

“Ik weet nog goed hoe ik in het ziekenhuis tegenover een grote doos met handen zat”, blikt Bert terug op de eerste kennismaking met een prothese. “Het was zover. Voor mij was meteen duidelijk dat het een neuro-elektrische prothese zou worden. De andere opties, een lichaamsbekrachtigde of een cosmetische prothese vielen meteen af. Ik wilde de prothese met de allerbeste functionaliteiten en mogelijkheden.”

Teleurstelling

Naarmate de tijd verstreek, groeide de teleurstelling en de onvrede, vertelt Bert. De prothese voldeed simpelweg niet aan zijn verwachtingen. “Hij bracht me niet wat ik wilde. Het kostte me veel moeite en energie om hem te gebruiken en bovendien paste ik mijn lichaamshouding aan, wat weer voor andere fysieke klachten zorgde. Na een half jaar ben ik op zoek gegaan naar een alternatief.”

I-limb

In die zoektocht ontdekte Bert al snel de i-limb, die als voornaamste extra eigenschap had dat alle vingers konden bewegen. “Een revolutie in protheseland”, herinnert Bert zich. “Deze hand zou het oppakken van objecten al zó veel gemakkelijker maken! Een enorme vooruitgang dus. Ik ben direct naar mijn instrumentenmaker gegaan en heb hem gezegd: ‘Die hand wil ik’. Hoe krijgen we dat voor elkaar?”

Geweldige kans

“Ik zou de eerste gebruiker in Nederland worden met een i-limb”, vervolgt Bert. “Ook voor de instrumentenmaker was het nieuw, maar hij vond het een geweldige kans. Hij heeft er alles aan gedaan om de i-limb naar zijn praktijk te halen, zodat ik hem met eigen ogen kon zien en gebruiken. Dankzij hem is het balletje gaan rollen.”

Life changer

De i-limb was de hand die Bert zocht. Hij kon weer probleemloos zijn mok koffie optillen, een fles omvatten, het handvat aan zijn fietsstuur vasthouden en het stuurwiel in de auto bedienen. Bert: “En nog veel meer… Deze hand was zo functioneel! Bovendien realiseerde ik met veel minder kracht een veel stabielere grip. De i-limb heeft echt voor een life changer gezorgd. Ik ben mijn instrumentmaker nog steeds dankbaar voor het feit dat hij me zo heeft gesteund.”

Vijfde generatie

Intussen gebruikt Bert alweer de vijfde generatie van de i-limb (in ruim 10 jaar tijd). En hoewel de stapjes in de ontwikkeling vaak klein zijn, was ieder model weer wat beter dan de vorige. Bert: “De versie die ik nu gebruik, de Quantum, heeft juist voor een heel grote vooruitgang gezorgd. De aansturing is zodanig verbeterd, dat het gebruiksgemak flink is vergroot. En er komt over een tijdje ongetwijfeld weer een nieuw model aan. Ik ben nu al benieuwd!”

Vraag alles

Bert heeft een duidelijk advies voor mensen die voor het eerst een prothese gaan dragen. “Vraag je instrumentenmaker zo veel mogelijk, ga op onderzoek uit en schrijf alles op wat je ontdekt. Draagcomfort, type, gewicht, de levensduur van de batterij, enzovoorts: je kunt nooit teveel vragen. Ook bepaal je voor jezelf welke activiteiten belangrijk zijn, zodat je weet waar je je ok gaat focussen. Tot slot vond ik het heel zinvol om ook andere gebruikers te benaderen. Zij zijn degenen die je eerlijk de mogelijkheden en ónmogelijkheden kunnen vertellen. Zo wordt uiteindelijk duidelijk welke prothese jou het meeste oplevert.”

‘Motorrijden maakt mijn leven compleet’


Bert over geluksmomenten in het leven met een prothese

Dat het leven met een prothese mooi is, bewijzen onze bloggers keer op keer met hun verhalen. Dit keer vroegen we welke geluksmomenten zij in hun leven met prothese meemaken. Bert geeft zijn persoonlijke top-5.

1. Motorrijden

“Het moment dat ik hoorde dat ik ondanks mijn beperking motor zou kunnen rijden, maakte mijn leven weer compleet. Een waanzinnige passie, die me voor even was afgenomen, kreeg ik terug! Ik ben opgegroeid op de motor, motorrijden geeft me een flinke dosis levenskwaliteit. De vrijheid, het geluk dat ik ervaar als ik rijd, is onbeschrijflijk.”

“Ook vandaag de dag krijg ik nog steeds een kriebel in mijn buik als ik weer ‘mag’. Mijn vrouw en ik zijn dol op de bergen, inmiddels hebben we alle toppen van Europa op de motor ontdekt. Noorwegen, Engeland, Schotland, Oostenrijk, Zwitserland, Italië, noem maar op: de bergen zijn ons tweede thuis. Het is geweldig dat we die passie op de motor kunnen beleven.”

2. Eerste prothese

“Mijn letseladvocaat, instrumentmaker en ik hebben anderhalf jaar geknokt voor mijn eerste i-limb. Ik was de eerste Nederlander die hem kreeg, maar wat heeft het een moeite gekost… De verzekeraar stelde dat een goedkoper alternatief, met veel beperktere mogelijkheden, ook wel goed genoeg voor me zou zijn. Ik kan me er nóg kwaad over maken. Wie zijn zij om te bepalen hoe ik het beste functioneer?”

“Mensen verklaarden me voor gek en ook ik heb vaak aan opgeven gedacht, maar uiteindelijk kwam de i-limb er. Ik kan bijna niet in woorden uitdrukken hoe belangrijk dat voor mijn leven is geweest. Met die prothese heb ik een groot deel van mijn zelfstandigheid teruggekregen.”

3. Anderen helpen

“Ik heb het geluk gehad dat ik op de cruciale momenten hulp kreeg van de juiste mensen. Dat geluk heeft niet iedereen. Daarom voel ik het als een verantwoordelijkheid om mijn ervaringen, mijn kennis en mijn adviezen met anderen te delen. Voorlichting geven kan anderen nét dat duwtje in de rug geven dat ze nodig hebben, en bovendien geeft het mij veel energie.”

“Het is iedere keer weer geweldig als ik een berichtje krijg van een onbekende, die vertelt dat hij veel heeft gehad aan de verhalen die ik deel. Dat geeft me een heel goed gevoel.”

4. Cybathlon

“Ik heb in 2016 meegedaan aan de Cybathlon in Zwitserland. De cybathlon is een soort Olympische Spelen voor mensen met een beperking, maar dan gericht op alledaagse activiteiten. Het doel is te laten zien wat je allemaal kunt met een beperking. Bestek uit een lade halen, brood snijden, de was ophangen, een lamp vervangen, enzovoorts.” 

“Uiteraard ging ik voor goud, maar helaas maakte ik in de eerste ronde een domme fout, die me mijn plek in de A-finale kostte. Misschien heeft de ambiance me wel parten gespeeld: de Cybathlon werd gehouden in een ijshockeystadion, voor 15.000 toeschouwers en het werd ook nog eens live op de Zwitserse televisie uitgezonden. Dat is wel anders dan thuis in je schuurtje oefenen… In de B-finale zette ik alsnog de beste tijd neer van alle deelnemers. Of ik zonder de fout had gewonnen? Ik had een goede kans gemaakt. Maar het belangrijkste was dat tijdens de Cybathlon alle beperkingen wegvielen. In 2020 is er een nieuwe editie. Of ik mag deelnemen, weet ik nog niet, maar als ga hoe dan ook: als deelnemer of als toeschouwer.”

5. Elke dag is een feest

“Ik zie iedere dag als een geschenk, een feestje. Dat maakt iedere activiteit een geluksmoment, simpelweg omdat ik er nog ben en omdat ik het kan. Het beleven van geluksmomenten is sinds het ongeval veranderd. Vroeger beleefde ik het leven als vanzelfsprekend, nu geniet ik veel meer en bewuster van alles wat ik meemaak.”

“Dat wil natuurlijk niet zeggen dat ik vroeger niet gelukkig was, maar ik realiseer me heel goed dat ik op die bewuste dag veel meer had kunnen verliezen dan alleen mijn hand. Dat maakt het genieten van alledaagse dingen intenser, ik geniet volop van alle dingen die ik meemaak.”

‘De bergen zijn ons tweede thuis’


Bert over zijn vakantiebeleving

Wie op vakantie gaat, ontvlucht de dagelijkse sleur en vergeet voor even zijn zorgen. Voor Bert is dat niet anders. Op vakantie zijn zelfs de gesprekken over zijn prothese niet hetzelfde. 

“Na het ongeval zijn de vakanties veranderd, maar de bestemmingen gelukkig niet. Mijn vrouw en ik zijn verliefd op de bergen, de bergen zijn ons tweede thuis. In Scandinavië, Oostenrijk, Zwitserland, Italië, Schotland, noem maar op: in de bergen is het altijd genieten. Het enige verschil is dat we vroeger vaak met de auto en de caravan gingen, nu vooral met de motor.”

Nooit verbergen

“Tijdens mijn fietstochten in de bergen, gebruikte ik ook een prothese: mijn motorprothese. Een buurman op de camping vroeg me ooit: ‘Fietst dat een beetje, met zo’n haak?’ Hij bedoelde het niet verkeerd, maar zo’n opmerking vind ik op het randje. Al zal ik mijn prothese er nooit om verbergen. Dat heb ik nooit gedaan en zal ik ook nooit doen. Dan zou ik mezelf tekort doen.”

Het verveelt nooit

“We hebben in de loop der jaren heel wat bergpassen ontdekt. Ik kan je zeggen: het verveelt nooit. Ik heb ooit zelfs gezegd: als ik er op een dag niet meer ben, mag mijn as voor een deel uitgestrooid worden in de bergen, zoveel betekenen ze voor mij. We gaan graag al vroeg in het jaar, als de passen pas net open zijn en er nog sneeuw ligt. Dan ziet de omgeving er weer heel anders uit. En op de motor tussen metershoge muren van sneeuw door rijden, dat overtreft alles.”

Leuke gesprekken

“Onderweg meren we vaak aan op plekken waar we andere motorrijders ontmoeten. Zodra ik mijn jas en handschoenen uittrek, en mijn prothese tevoorschijn komt, zie je de verbazing op de gezichten. Verbazing, maar vooral ook waardering voor het feit dat we het gewoon doen. Collega-motorrijders begrijpen als geen ander wat deze passie voor je kan betekenen. Daarom zijn gesprekken over mijn prothese op vakantie vaak veel leuker dan thuis.”

Verhaal mee naar huis

“Bijna ieder jaar ontmoeten we wel iemand die een familielid of vriend heeft met een prothese. Aan mij zien ze dat een prothese je niet hoeft te beperken. Het is een mooi idee dat die motorrijders mijn verhaal mee naar huis nemen en er wellicht iemand door geïnspireerd raakt.”

Op de foto

“Een paar jaar geleden stond ik tijdens een motortocht bovenop een berg te genieten. Stopt er een man bij me, die graag met me op de foto wilde. Hij had mijn verhaal gelezen in een motormagazine en begreep helemaal waarom ik mijn passie voor het motorrijden niet kon opgeven. Twee jaar later stond ik op de motorbeurs in Utrecht, en wat denk je? Kom ik diezelfde man tegen! En weer wilde hij op de foto. Het geeft aan dat veel mensen niet kijken naar je beperking, maar juist naar wat je wél kunt. Die mensen begrijpen het.”

‘Transplantatiehuid is een stuk kwetsbaarder’


Bert over her verzorgen van zijn stomp

Bert verloor door een bedrijfsongeval zijn linkerhand. Om een zo lang mogelijk deel van zijn arm te behouden, is bij de amputatie transplantaathuid van zijn been gebruikt. Verzorging van die huid vraagt om extra aandacht.

“Ik heb het geluk gehad dat ik in het Universitair Medisch Centrum Groningen terechtkwam, waar een van de expertisecentra op het gebied van handprotheses gevestigd is. Ik heb het beste resultaat gekregen dat ik me na het ongeval kon wensen”, vertelt Bert. Toch is het omgaan met transplantaathuid niet vanzelfsprekend. Hoe verzorgt hij zijn stomp?

1. Vaseline of baby-olie

“Ik smeer met name de transplantaathuid vaak in met baby-olie of vaseline. Niets speciaals, gewoon producten die je bij iedere drogist kunt kopen. Doe ik dat niet, dan wordt de huid snel droog en trekt hij strak. Ik moet sowieso oppassen met de transplantatiehuid, die is erg gevoelig en kwetsbaar. Stoten of schrammen bijvoorbeeld, doen veel pijn. En bovendien herstelt de opperhuid langzamer. Al die tijd zou ik dus geen prothese kunnen dragen. Voor mij is het zaak de transplantatiehuid goed te beschermen en te verzorgen.”

2. Seizoenen

“De doorbloeding in mijn linkerarm is onderbroken. Soms is mijn arm zo koud als een koelkast, of juist heel erg warm. Daar houd ik rekening mee. Ik heb een armwarmer en voor op de motor heb ik een verwarmde binnenkoker voor mijn prothese. Verder pak ik op tijd mijn rustmomenten. Is het zomer en buiten erg zonnig, dan let ik extra op. De transplantaathuid verbrandt snel en kan vuurrood worden. Ik smeer mijn arm altijd goed in met zonnebrand, maar nog beter is hem op echt zonnige dagen te bedekken.”

3. Sporten

“In de sportschool train ik beide armen. Voor het ongeluk was ik linkshandig, maar in de loop der jaren heb ik geleerd om veel met rechts te doen. Toch train ik ook links, want ook die arm wil ik goed onderhouden. Gelijkmatig sporten, rechts én links trainen, voelt heel prettig. Sporten met aangepaste materialen doe ik niet. Er zijn al zó veel hulpmiddeltjes voor mensen met een armprothese, soms wil je ook wel eens zonder. Samen met mijn trainer ben ik mijn houding en greep aan het optimaliseren en dat gaat steeds beter.”

‘Ik heb zó veel aan mijn vrouw te danken’


Bert over de belangrijkste persoon in zijn leven

“Simpel”, antwoordt Bert als hem gevraagd wordt naar de belangrijkste persoon in zijn leven. “Dat is mijn vrouw. Zij is mijn steun en toeverlaat.”

Bert en zijn vrouw trouwden in 1989, kregen twee kinderen en genoten van het leven. Berts ongeval in 2006 was voor alle gezinsleden een grote schok, maar eigenlijk, zo stelt Bert, heeft het hem en zijn vrouw alleen nog maar dichter bij elkaar gebracht.

Gelukkig worden

“Na het ongeval stortte mijn wereld in. Ik was mijn hand kwijt! Zijn vrouw was degene die meteen stelde dat overal een oplossing voor is. Ook in deze situatie. ‘Bert’, zei ze. ‘Jij moet weer gelukkig worden. Om te beginnen gaan we je weer op de motor krijgen’.”

Samen beleefd

“We hebben de revalidatie echt samen beleefd. Mét onze kinderen trouwens. Want ik was dan wel het slachtoffer, maar de situatie had impact op ons hele gezin. In het begin hadden we het er allemaal moeilijk mee. Nu weten we niet beter en gaan we er luchtig mee om. Mijn kinderen wrijven het me bijvoorbeeld graag in als iets me niet snel genoeg lukt. Moet kunnen, vind ik: humor hoort erbij.”

Veel gesprekken

“Na het ongeval hebben Bert en zijn vrouw veel gewandeld. Onderweg praatten we over van alles. Hoe zou het leven eruit gaan zien? Wat zouden we doen en wat vooral niet? Ik ben blij dat zij zo’n luisterend oor voor me is geweest. De vele gesprekken hebben we me opener gemaakt. Ik ken genoeg gevallen van relaties die stranden na een soortgelijk ongeval, maar die van ons is juist sterker geworden.”

Beperking geaccepteerd

“Toch was ook ik vooral in het begin bang voor de toekomst. Zou mijn vrouw mijn beperking kunnen accepteren? Vanaf dag één zei ze: ‘Bert, hier komen we uit. Sámen’. De steun die zij me heeft gegeven, is ontzettend belangrijk voor me geweest. Ik heb zó veel aan haar te danken.”

Lekker knoeien

“In fysiek opzicht wilde ik geen hulp. Het zit in mijn karakter om dingen zélf te willen oplossen. Laat mij maar lekker knoeien, ik vraag wel om hulp als ik het nodig heb. Ook dat heeft ze perfect begrepen en daar ben ik haar nog altijd dankbaar voor.”

Blijf praten

“Mijn advies voor koppels die in een vergelijkbare situatie belanden: blijf in gesprek. Praten is zó belangrijk voor het wederzijdse begrip…. Wat zit je dwars? Waar heb je behoefte aan? En waaraan juist niet? Dat is voor iedereen anders. En: laat je beperking je leven niet overheersen. Neem van mij aan: er kómt een dag dat je weer voor de volle honderd procent van het leven kunt genieten. Ja, je hebt een beperking, maar het leven is zó veel meer dat dat.”
       |  Copyright ©  1-HANDED    |  Disclaimer  |  Privacy Cookie |                             
Share by: